“Meer dan 40 jaar, ben ik actief in de beeldende kunst. Aanvankelijk vooral tweedimensionaal: tekenen en schilderen.
Door goed te kijken, veel te lezen en veel te experimenteren maakte ik me als autodidact allerlei technieken eigen. Al spoedig ontstond ook ruimtelijk werk: toen nog ‘Jutkunst’, geassembleerd van prachtige ‘rommel’, gevonden langs de Waal, in afvalbergen van oud-ijzerhandels en bij ‘brocantes’ in Frankrijk en Italië.
Vanaf 1975 maak ik bronzen beelden. De weg werd me gewezen door de Noord-Limburgse beeldhouwer en docent aan de Bossche academie, Peter Roovers en de Gelderse beeldhouwer Jan van Meurs. In het begin tamelijk statische beelden, maar geleidelijk ontstond beweging: figuren die balanceren, zoeken, klimmen naar grote hoogten. Ladders, steigers en wielen werden hun entourage. Ongemerkt drong het ‘menselijk tekort’ zich aan mij op. Tegenwoordig richt ik me dan ook vaak op interactie tussen mensen in moeilijke situaties: strijd, afhankelijkheid, angst, uitzichtloosheid, wanhoop. Maar ook: aandacht, vertrouwen. Ik pas graag lange vormen toe, teneinde de bedoelde emotie te accentueren.
In de kern ben ik – ook in 3D – eigenlijk een tekenaar gebleven. Ik zie mijn beelden als ’tekeningen in de ruimte’, maar dan getekend in brons.
Naast figuratief werk zijn er abstracte bronzen beelden. Eenvoudige vormen, ook weer te zien als lijnen ‘in drie dimensies’. Ze worden niet gemaakt op basis van was, maar op basis van natuurlijke groeivormen, zoals stengels van berenklauw en andere materialen.
Licht, luchtig, ijl, rank, sierlijk zijn de sleutelwoorden die van toepassing zijn op veel van mijn werk”.
w.g. Peter R. Hein