Vilt wordt tegenwoordig veel gebruikt in kunst en mode, maar ook in het interieur. Vilten is eenvoudigweg het hechten van wolharen door middel van beweging. Vilt moet altijd ten minste 30% wol bevatten omwille van de kenmerkende schubben van wol, die niet bij andere vezels voorkomen.
Vilt kan op verschillende wijzen gemaakt worden: Nat vilten: geproduceerd door wol met heet water te bevochtigen en tegelijk door wrijving te stimuleren zodat de vezels langs elkaar schuiven. Naaldvilten: Bij deze techniek wordt een droog stukje wol doorprikt met een naald met . De weerhaken van de naald duwen de schubben van de wol in elkaar en trekt ze niet terug los bij het uittrekken van de naald. Zo wordt het vilt steeds dichter en kunnen vormen gemaakt worden.
Agatha maakt gebruik van wol met toevoegingen van zijde, moerbeischors, diverse stofsoorten, zoals kant, tule, voile. Ook door te borduren wordt diepte in het werk gebracht. Op basis van de vilttechnieken kan kleding gemaakt worden, sjaals, hoeden, enz. Door het zachte materiaal dat gevormd wordt ontstaat ruimtelijk werk in vele vormen en uitvoeringen.